Pijn en vreugde, sport is een harde vriend.
16-3-2012
Iedereen kent het wel, periodes waarin alles goed gaat. Elke dag zie je er naar uit om te gaan trainen. De doelen die je jezelf stelt stel je steeds bij omdat je sneller vooruit gaat dan je had verwacht. Als beginnende krachtsporter waan je jezelf nog kanshebber voor de titel van sterkste man van nederland in recordtijd, of in de line up te komen samen met Ronnie Coleman. De waarheid komt wat later als je ineens een paar weken vast zit op hetzelfde gewicht met bankdrukken en dit ineens een hardnekkig probleem blijkt te worden. Een dag extra bankdrukken werkt niet, het lijkt er zelfs op dat al dat extra werk je schouder iets heeft overbelast. Door de pijn heb je ook minder plezier in het bankdrukken en je focused je dan maar een tijdje op je benen.
Je hebt een belangrijke les geleerd, vooruitgang is nooit lineair. Ook later in je trainingscarriere komen dit soort momenten veelvuldig voor. De sporters die hiermee het best kunnen omgaan zijn de sporters die een grote kans op succes hebben. Ten eerste zijn dit de momenten waarop de sporters met een externe motivatie worden gescheiden van de sporters met een sterke interne motivatie. Met externe motivatie bedoel ik sporters die het vooral doen vanwege redenen zoals uiterlijk en prestige. Interne motivatie bedoel ik een aangeboren drang tot bewegen mee. Er is niks mis met mensen die sporten omdat ze hun lichaam willen veranderen en aan een ideaalbeeld willen voldoen. In de huidige cultuur wordt er van de mannen een atletische fysiek verwacht met zichtbare buikspieren. Van vrouwen wordt een slank figuur verwacht. Voldoen aan dit ideaalbeeld zou men iets moeten opleveren, anders zou men er niet in investeren. Dit iets zou een betere positie kunnen zijn op relatiegebied of zelfs op het gebied van zelfvertrouwen. Ook prestige kan een sterke drijfveer zijn. Het zit in onze aard om de veiligheid van de groep op te zoeken maar toch te proberen ons te onderscheiden binnen de groep. Er is echter geen sterkere drijfveer op sportgebied dan een aangeboren drang tot bewegen.
Een hypothetische verklaring zou onder andere kunnen liggen in ons verleden en onze evolutie. Om te overleven zijn er verschillende strategieen ontstaan. De mensen die erg actief waren en op zoek naar voedsel of de mensen die inactief waren en vooral erg zuinig omspringen met hun calorieen. De extremen van deze groepen zijn de sportverslaafden en de sporthaters.
Ik hoor tot de eerste categorie. Er is niks wat mij kan dwingen om te stoppen met sporten. Ik reken beweging onder mijn basis levensvoorwaarden naast voedsel en water. Er is geen vakantie in mijn leven geweest waar ik mezelf niet dwong om tot uitputting het meer over te zwemmen of rondjes te rennen. Later werd het de sportschool en had ik vantevoren altijd al een lijst van internet gedownload met alle sportscholen als ik op reis was. Blessures zijn mijn vijand. Een ernstige blessure is als het kapot gaan van een relatie. Blessures tasten me regelrecht aan in een van de basisvoorwaarden voor mijn bestaan. Dat dit in mijn genen zit zie ik in mijn familie. Aan de kant van mijn moeder zijn de meesten zo. Triatleten, hardlopers etc allemaal extreme sportfanaten. Mijn oom fietst nog 40km op de mountainbike met een corset omdat zijn rug ingezakt is en met zijn duim vastgetaped aan de rest van zijn hand omdat hij zijn pees scheurde bij een eerdere val. Dit op bijna 70 jarige leeftijd en ondertussen diep in een gevecht verwikkelt om van mijn vader te winnen. Bij de sterkste man van Nederland viel ik onder een boomstam van 120kg en liep daarbij een diepe snee op in mijn arm en een ernstige kneuzing. Ik heb hiermee nog een vrachtwagen van 20ton getrokken en de powerstairs gedaan. 10 min na de prijsuitreiking viel ik bijna flauw en kon ik de autogordel niet meer omdoen van de pijn. Tijdens mijn eerste wedstrijddieet voor de YBF bodybuilding zat ik op het einde van mijn wedstrijdvoorbereiding op het toilet met een hartslag van 35 slagen per minuut en viel ik met mijn kop tegen de deur vanwege een lage bloeddruk.
Ik weet dat er voor mij geen weg terug is. Ik zal altijd blijven sporten en het echt rustig aandoen is er voor mij niet bij. Ik neem mezelf dat wel eens voor maar mijn voornemen blijft altijd een voornemen. Het verlangen om alles te geven en meer zit in mijn genen en wordt niet gedreven door wat anderen van mij vinden. Sport geeft ook veel terug, de momenten waarop je iets hebt bereikt waarvan anderen dachten dat het onmogelijk was zijn mooi. De manier waarop sommigen naar je kijken maakt je trots. Het mooiste moment en de grootste vreugde is er echter als ik mezelf heb overwonnen. Dit gevoel is voor sommigen onbeschrijfbaar maar diegenen die het kennen zullen het beamen. Elke vezel in je lichaam laat het je weten als je het beest in je hebt overwonnen en even ben je echt de baas....
Gijs Boeijen.